Wanneer je aan één van je werknemers een bedrijfswagen ter beschikking stelt en hij deze ook voor privédoeleinden mag gebruiken, zal je als werkgever hiervoor een solidariteitsbijdrage moeten betalen aan de RSZ en ontstaat er een belastbaar voordeel van alle aard.
Beide bijdragen worden gebaseerd op de CO2-uitstoot van de wagen. Hoe zit dat nu bij elektrische en plug-in hybride bedrijfswagens?
Solidariteitsbijdrage
De werkgever zal iedere maand een solidariteitsbijdrage moeten betalen aan de RSZ.
Elektrische bedrijfswagen
Voor voertuigen met elektrische aandrijving wordt de maandelijkse solidariteitsbijdrage berekend als volgt: € 20,83 x 1,5046 (berekening 2023).
Vanaf 1 januari 2023 bedraagt de minimum solidariteitsbijdrage voor elektrische wagens bijgevolg € 31,34 per maand.
Een verhoging van de minimumbijdrage is voorzien per 1 januari 2025, per 1 januari 2026, per 1 januari 2027 en per 1 januari 2028. Deze verhogingen zullen niet gelden voor de voertuigen, aangekocht, gehuurd of geleased vóór 1 juli 2023.
Plug-in hybride
Vanaf 1 januari 2023 ziet de berekeningswijze van de solidariteitsbijdrage er als volgt uit:
- plug-in hybride benzine: [ (CO2-uitstoot x 9) – 768 ] / 1,5046;
- plug-in hybride diesel: [ (CO2-uitstoot x 9) – 600 ] / 1,5046.
De minimum solidariteitsbijdrage per maand bedraagt vanaf 1 januari 2023 € 31,34.
Een verhoging van de minimumbijdrage is voorzien per 1 januari 2025, per 1 januari 2026, per 1 januari 2027 en per 1 januari 2028. Deze verhogingen zullen niet gelden voor de wagens, aangekocht, gehuurd of geleased vóór 1 juli 2023.
Voor wagens waarvan de CO2-uitstoot niet kan worden achterhaald, wordt de CO2-uitstoot nog steeds bepaald op 182 g/km voor benzinewagens en 165 g/km voor dieselwagens. Dit houdt vanaf 1 januari 2023 een solidariteitsbijdrage van € 110,96 in voor de benzinewagens. Voor de dieselwagens betekent dit een solidariteitsbijdrage van € 109,08.
Voordeel van alle aard
Het voordeel van alle aard wordt als volgt berekend:
[ ((cataloguswaarde x correctiecoëfficiënt) x 6/7) x CO2-coëfficiënt ] / 12 = voordeel alle aard bedrijfswagen op maandbasis
Elektrische bedrijfswagen
Aangezien elektrische wagens geen rechtstreekse CO2 uitstoten, houdt de fiscus rekening met een forfaitair minimumbasispercentage van 4% om het voordeel alle aard te berekenen. Dit komt neer op de volgende formule:
[ ((cataloguswaarde x correctiecoëfficiënt) x 6/7) x 4% ] / 12 = voordeel alle aard bedrijfswagen op maandbasis
Er moet echter steeds rekening worden gehouden met het wettelijk minimumbedrag gelijk aan € 1.540 (aanslagjaar 2023) per jaar.
Alle andere voordelen die verbonden zijn aan het gebruik van de elektrische wagen, zoals de installatie van de laadpaal bij de werknemer thuis of de terugbetaling van deze installatie die aanvankelijk door de werknemer werd gedaan, het gebruik van de laadpaal in de lokalen van de werkgever, de verbruikte elektriciteit (mits bepaalde voorwaarden) en de laadkabel, zijn uitgesloten van het loonbegrip zodat er geen bijkomend voordeel van alle aard moet worden bepaald.
Indien de werknemer evenwel een bijdrage aan zijn werkgever moet betalen voor het gebruik van de laadpaal, dan mag die bijdrage in voorkomend geval als een eigen bijdrage van de werknemer worden aangemerkt die in mindering mag worden gebracht van het belastbaar voordeel van alle aard dat voortvloeit uit het persoonlijk gebruik van de ter beschikking gestelde elektrische bedrijfswagen. Wanneer de eigen bijdrage in het voordeel hoger zou zijn dan het forfaitair geraamde voordeel, mag het saldo geenszins in mindering worden gebracht van de belastbare bezoldigingen, noch van eventuele andere belastbare voordelen van alle aard en mag het evenmin worden overgedragen naar een volgend jaar.
Plug-in hybride
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen een “valse” plug-in hybride en een “echte” plug-in hybride:
- “Valse” plug-in hybride:
Vanaf 1 januari 2020 is de berekening van het voordeel van alle aard voor de “valse” plug-in hybride wagens gewijzigd.
Er werd immers vastgesteld dat de CO2-uitstoot die aan deze wagens wordt toegeschreven te ver afwijkt van de werkelijke uitstoot ten gevolge van het eigenlijk verbruik, omdat de energiecapaciteit van de elektrische batterij onvoldoende is. Bij de berekening van het voordeel van alle aard wordt daarom voortaan rekening gehouden met een CO2-uitstoot die nauwer aansluit bij de werkelijke CO2-uitstoot van het voertuig.
Het gaat om wagens die aan de volgende voorwaarden voldoen, namelijk “valse” plug-in hybride wagens:
- vanaf 1 januari 2018 aangekochte, geleasede of gehuurde plug-in hybrides ; EN
- ofwel wagens die uitgerust zijn met een elektrische batterij die een energiecapaciteit heeft van minder dan 0,5 kWh per 100 kilogram van het wagengewicht;
ofwel wagens die een uitstoot hebben van meer dan 50 gram CO2 per kilometer.
Voor de zogenaamde “valse” hybride wagens moet bij de berekening van het voordeel van alle aard de in aanmerking te nemen CO2-uitstoot gelijk zijn aan deze van ‘het overeenstemmende voertuig’ dat voorzien is van een motor die uitsluitend gebruik maakt van dezelfde brandstof.
Het koninklijk besluit van 5 september 2019 legt de eigenschappen vast van het overeenstemmende voertuig. De technische gegevens vermeld op het gelijkvormigheidsattest van het voertuig gelden hierbij als uitgangspunt.
- “Echte” plug-in hybride
De berekening is van toepassing op:
- een full hybridevoertuig waarbij de elektrische batterij uitsluitend door middel van de verbrandingsmotor en/of remenergie wordt opgeladen;
- een plug-in hybride voertuig aangekocht, geleased of gehuurd vóór 1 januari 2018;
- een plug-in hybride voertuig aangekocht, geleased of gehuurd vanaf 1 januari 2018 dat is uitgerust met een elektrische batterij die een energiecapaciteit heeft gelijk aan of meer dan 0,5 kWh per 100 kilogram van het wagengewicht EN dat een uitstoot heeft van minder dan 50 gram CO2 per kilometer.
Voor deze wagens wordt het voordeel van alle aard dus gewoon berekend o.b.v. de CO2-uitstoot aan de wagen toegeschreven en NIET met de verhoogde CO2-uitstoot.
|
ONLINE INFOSESSIE
Blijf op de hoogte van de sociale wetgeving!
Elk kwartaal organiseren we een online infosessie (opleiding van 1,5 uur) over de actuele sociaaljuridische wijzigingen, hoe je deze best kan interpreteren en toepassen in de praktijk.
|