
1. Wat houden de maatregelen in?
De inzetbaarheidsbevorderende maatregelen vormen een aanvulling op het algemeen outplacementaanbod. Het gaat om maatregelen die tot doel hebben de werknemers te helpen om zo snel mogelijk een nieuwe job te vinden of als zelfstandige aan de slag te gaan.
Wanneer een werknemer bij ontslag gegeven door de werkgever recht heeft op een opzeggingstermijn, die theoretisch minstens 30 weken bedraagt op het ogenblik van het door de werkgever gegeven ontslag, heeft de werknemer recht op een eenmalig forfaitair budget van € 1.800 met het oog op het volgen en bekostigen van inzetbaarheidsbevorderende maatregelen. Voorbeelden hiervan zijn onder meer een bijkomend outplacement bovenop de wettelijk voorziene regeling of een erkende opleiding of omscholing. De werknemer heeft vanaf het begin van de opzeggingstermijn het recht om afwezig te zijn met behoud van loon om inzetbaarheidsbevorderende maatregelen te volgen. Wordt de arbeidsovereenkomst verbroken door betaling van een opzeggingsvergoeding, moet de werknemer zich ter beschikking houden om inzetbaarheidsbevorderende maatregelen te volgen.
2. Wie heeft er recht op?
Alle werknemers, die worden ontslagen met een opzeggingstermijn of -vergoeding van minstens 30 weken, hebben het recht om inzetbaarheidsbevorderende maatregelen te volgen. Deze maatregel is daarentegen niet van toepassing op werknemers:
- die zelf ontslag nemen;
- waarvan de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd in wederzijds akkoord;
- waarvan de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd omwille van medische overmacht;
- waarvan de arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd een einde neemt.
Verder hebben werknemers, die worden ontslagen in het kader van een herstructurering, ook geen recht op deze maatregelen. Deze laatste werknemers worden immers ingeschreven in een tewerkstellingscel.
3. Hoe wordt het budget van € 1.800 gefinancierd?
Dit nieuwe budget van € 1.800 wordt gefinancierd door de werkgeversbijdragen die verschuldigd zijn op een deel van de opzeggingstermijn.
Het gaat om de werkgeversbijdragen betaald op een deel van het loon tijdens de opzeggingstermijn of op de verbrekingsvergoeding. De RSZ zal een deel inhouden en doorstorten naar de RVA.
4. Wie moet de kosten voorschieten?
De werkgever, de werknemer of de professionele dienstverlener kunnen de kosten dragen van deze inzetbaarheidsbevorderende maatregelen en terugvorderen van de RVA.
5. Terugvorderingsprocedure
De RVA betaalt deze kosten terug indien ze betrekking hebben op inzetbaarheidsbevorderende maatregelen die werden gevolgd in de periode:
- ingeval van een opzeggingstermijn: die een einde neemt op de laatste dag van het tweede kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de effectieve einddatum van de opzeggingstermijn is gelegen;
- ingeval van een opzeggingsvergoeding: die een einde neemt op de laatste dag van het tweede kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de einddatum van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding is gelegen.
De aanvraag wordt ingediend door middel van een formulier dat ter beschikking zal worden gesteld door de RVA.
Om volledig te zijn, moet de aanvraag volgende stukken bevatten:
- beschrijving van de gevolgde maatregelen met een ondertekende verklaring van de begunstigde werknemer dat de gevolgde maatregelen effectief stappen naar een betrekking bij een nieuwe werkgever of ontplooiing van een zelfstandige activiteit hebben beoogd;
- bewijs dat de maatregelen effectief werden gevolgd;
- overzicht van de kosten en bewijs van de effectieve betaling;
- rekeningnummer voor de terugbetaling van de kosten;
- naam en voornaam van de werknemer, adres en rijksregisternummer;
- naam van de werkgever, adres en ondernemingsnummer;
- naam van de dienstverlener, adres en ondernemingsnummer.
De RVA moet de aanvraag van de terugbetaling ontvangen uiterlijk op de laatste dag van het derde kwartaal, dat volgt op het kwartaal waarin ofwel de einddatum van de opzeggingstermijn, ofwel de einddatum van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding, is gelegen.
Een onvolledige aanvraag zal worden teruggestuurd, waarna de aanvrager een maand de tijd heeft om alle ontbrekende documenten en inlichtingen te verschaffen.
6. Inwerkingtreding en impact op de werkgever?
De maatregelen zijn van toepassing op ontslagen vanaf 1 april 2025. Vanaf die datum kan er een aanvraag tot terugbetaling van de kosten worden ingediend bij de RVA. De werkgever kan deze kosten voorschieten, maar is dat niet verplicht. Ingeval van ontslag middels het presteren van een opzeggingstermijn, zal de werkgever loon moeten betalen voor de dagen dat de werknemer afwezig is om de maatregelen te volgen.
Bron: Wet van 15 mei 2024 houdende wijziging van het sociaal strafrecht en diverse arbeidsrechtelijke bepalingen, BS 21 juni 2024 en koninklijk besluit van 12 juni 2024 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, zh), en § 1nonies van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de procedure voor de terugbetaling van inzetbaarheidsbevorderende maatregelen, BS 21 juni 2024 en koninklijk besluit van 12 juni 2024 tot uitvoering van artikel 38, § 3vicies bis, van de Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, BS 24 juni 2024.
|
OPLEIDING
Succesvol re-integreren: wetgeving, tools en strategieën voor praktische oplossingen
Ontdek op 22 mei hoe je langdurige afwezigheid slim aanpakt: ✅ Helder overzicht van de wetgeving ✅ Praktische tools & stappenplan voor re-integratie ✅ Strategieën voor een duurzaam beleid ✅ Realistische cases uit het werkveld

|