In de beginfase van de Corona-epidemie hebben we in ons CLB Nieuws het verschil tussen een bacterie en een virus al eens uit de doeken gedaan (CLB Nieuws editie mei – juni 2020). In de opsomming van virale ziektes hebben we toen ook pokken vermeld. Apenpokken waren destijds nog geen issue. Maar, zoals Bredero al zei, ‘het kan verkeren’. In dit artikel willen we enerzijds wat meer uitleg geven over deze apenpokken (Wat is het? Waar komt het vandaan? Is het gevaarlijk? Wat kunnen we ertegen doen?). Anderzijds willen we wat dieper ingaan op de recente evolutie van de ons al zo vertrouwde Coronapandemie. Zijn we ervan af of moeten we volgende winter weer het ergste vrezen? En wat met de boosterprik die er voor dit najaar staat aan te komen? Is die nuttig en nodig, of laten we hem liever aan ons voorbijgaan? Zoals duidelijk zal worden: het ene virus is inderdaad het andere niet.
HET ENE VIRUS: APENPOKKEN OF MONKEYPOX
Begin mei van dit jaar werden we door de media opgeschrikt met wat weer eens een nieuw virus leek te zijn. De schrik voor een volgende pandemie zat er bij een aantal mensen al snel in. Zonder de ernst van de ziekte en van de epidemie te willen minimaliseren, moeten we toch wat nuanceren. Het betreft hier geen nieuw virus. Het virus dat apenpokken veroorzaakt is al meer dan 60 jaar bekend. Reeds in 1958 werd het ontdekt bij proefapen. In 1970 werden dan de eerste gevallen bij mensen waargenomen. De laatste tientallen jaren zijn er regelmatig kleine uitbraken genoteerd. De meeste gevallen deden zich in het verleden voor in Centraal- en West-Afrika of bijreizigers naar deze gebieden. Meestal betrof het mensen die via dieren besmet geraakt waren, maar af en toe doken er ook gevallen op van overdracht van mens op mens (zorgverleners of familieleden).
Het virus, dat verwant is met het pokkenvirus dat we vroeger bij de mens aantroffen, kan het lichaam binnendringen via kleine huidwondjes, via de luchtwegen en/of de slijmvliezen. Overdracht van mens op mens gebeurt niet zo gemakkelijk als bij het ons welbekende Coronavirus. Een nauw contact is vereist; dit kan zowel direct lichamelijk contact zijn (via wondjes en lichaamsvloeistoffen of via kledij en linnengoed van een besmet persoon) of via de ademhaling (zoals bij Covid). Het verschil met een Covidbesmetting is dat het contact hier al langdurig en intens moet zijn. Het merendeel van de gevallen die in de huidige epidemie worden vastgesteld werden veroorzaakt door seksueel contact. Het risico voor de algemene bevolking is niet erg hoog in te schatten. Het risico verhoogt bij meerdere seksuele partners. Het hoogste risico stelt men vast bij mannen die seks hebben met meerdere andere mannen.
De risicocontacten worden in drie groepen ingedeeld: zeer risicovolle, hoog-risico- en laagrisico-contacten. Contacten worden als zeer risicovol bestempeld als er seksuele activiteit mee gemoeid is of als het langdurig en intensief huidcontact (ook niet seksueel) heeft plaatsgevonden terwijl één van de partijen huiduitslag had. Personen die in hetzelfde gezin of omgeving van een besmet persoon leven, personen die kleding, beddengoed, handdoeken e.d. gebruikt hebben die van een besmet persoon komen, worden als hoogrisico contact ingedeeld. Hetzelfde geldt voor zorgverleners die onvoldoende persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt hebben terwijl ze een besmet persoon verzorgden. Alle andere contacten met een besmette patiënt (collega’s, toevallige contacten, …) worden als laag risico gecatalogeerd.
Na een incubatieperiode (de tijd die verloopt tussen besmetting en eerste symptomen) van 5 dagen tot 3 weken manifesteert de ziekte zich meestal met wat algemene, griepachtige symptomen: koorts, hoofd- en gewrichtspijn, vermoeidheid, gezwollen klieren, … Na enkele dagen verschijnen er, eerst op de plaats van infectie en later ook op andere delen van het lichaam, huidletsels. Men zou het een beetje kunnen vergelijken met wind- of waterpokken, met dit verschil dat de letsels in geval van apenpokken zich meestal (maar niet altijd) allemaal in hetzelfde stadium bevinden. Na een tweetal weken zijn de letsels voor het merendeel ingedroogd en zal de gevormde korst afvallen. Naast het typisch voorkomen van de ziekte bestaan er ook afwijkende verschijningsvormen: slechts één of zelfs geen huidletsel, asymptomatische infecties, …
Het merendeel van de gevallen verloopt mild met volledig herstel binnen de maand. Soms gebeurt het dat mensen moeten worden opgenomen in het ziekenhuis, maar dit is meestal om complicaties te bestrijden en/of om een betere pijnstilling te kunnen geven. Slechts in uitzonderlijke gevallen zal iemand aan de ziekte overlijden. Het is trouwens niet altijd duidelijk of de patiënten die tot nu toe overleden onderliggende factoren hadden.
De preventiemaatregelen kunnen we indelen in deze voor verzorgenden en deze voor de algemene bevolking. Verpleegkundigen, artsen en andere verzorgers moeten bij nauw contact met een patiënt een FFP2-masker en een gelaatsscherm of beschermbril gebruiken. Handschoenen en een wegwerpschort behoren ook tot de standaarduitrusting. De maatregelen zijn m.a.w. perfect vergelijkbaar met deze voor Covid-19. Voor niet-zorgverleners geldt het advies om seksuele contacten
te beperken. Omdat het apenpokkenvirus door intens lichamelijk contact met letsels wordt doorgegeven, zullen condooms niet (altijd) helpen. Ze blijven natuurlijk hun nut hebben tegen SOA’s maar bieden een vals gevoel van veiligheid wat apenpokken betreft. Ook vermijdt men best contact met mensen die de ziekte hebben (of bij wie de ziekte vermoed wordt op basis van hun klachten) tot ze uit isolatie mogen.
Het Agentschap Zorg en Gezondheid beveelt volgend zaken aan na contact met een besmet persoon:
Bij een hoog- of zeer hoog-risicocontact (seksueel, intens huid-op-huid-contact of andere contacten: zie boven)
- Monitor gedurende 21 dagen mogelijke symptomen bij jezelf. Bij symptomen neemt u telefonisch contact met een centrum waar op apenpokken getest wordt.
- Vermijd seksuele contacten en nauwe contacten.
- Vermijd contacten met kinderen, zwangere vrouwen en immuungecompromitteerde personen.
- Vermijd contacten met zoogdieren.
Bij een zeer hoog-risicocontact (seksueel, intens huid-ophuid- contact)
- Draag een chirurgisch mondmasker bij alle contacten met andere mensen.
- Komt u in contact met jonge kinderen (bv. in de kinderopvang), zwangere vrouwen of personen met een immuunstoornis, blijf dan 21 dagen in quarantaine.
Tot op heden bestaat er geen goedgekeurd geneesmiddel tegen apenpokken. Er is wel een vaccin, maar dat is eigenlijk tegen pokken. Omdat apenpokken verwant zijn met gewone pokken gebruikt men momenteel dit vaccin. België heeft op dit moment echter maar enkele duizenden vaccins voorradig. Deze vaccins worden voorlopig dan ook nog zeer selectief gebruikt. In het najaar worden er wel 30.000 bijkomende dosissen verwacht. Omdat de efficiëntie van het vaccin in geval van gebruik voor apenpokken nog niet volledig gekend is, blijft algemene preventie zeer belangrijk.
HET ANDERE VIRUS: COVID-19; VAN PANDEMIE NAAR EPIDEMIE OF NAAR ENDEMIE?
Onze arbeidsartsen worden regelmatig geconfronteerd met vragen in de zin van ‘En dokter, wat denkt u, geraken we nog ooit van die Corona af?’. Als we eerlijk zijn kunnen wij (ons baserend op wat de wetenschappers zeggen) op deze vraag voorlopig nog geen eenduidig antwoord geven. Wat we wel weten is dat de wereld in het verleden reeds vele malen met pandemieën geconfronteerd werd (pest, dysenterie, de Spaanse Griep, …) en dat ze allemaal na korte of na langere tijd telkens ook weer verdwenen of alleszins zodanig afnamen dat ze geen pandemieën meer konden genoemd worden. Naar alle waarschijnlijkheid zal dit ook met deze Coronapandemie gebeuren. Maar hoe snel alles zal verlopen en met welke intensiteit is voorlopig moeilijk te voorspellen. Tot op heden is het pokkenvirus (jawel, familie van onze Apenpokken) het enige virus dat door uitgebreide vaccinatiecampagnes volledig verdwenen is (er zijn wereldwijd nog 2 plaatsen gekend waar
het pokkenvirus bewaard wordt: in de US en in Rusland). Door de snelheid waarmee het Coronavirus zich wijzigt, is het scenario van eradicatie door massale vaccinatie voor deze pandemie minder waarschijnlijk.
Wetenschappers verwachten dat de pandemie stilaan zal overgaan in een ‘endemie’. Een endemische ziekte is een besmettelijke aandoening die niet helemaal verdwijnt, maar die blijft sluimeren onder de bevolking. Waterpokken en mazelen zijn voorbeelden van endemische ziekten. Het virus is er altijd en regelmatig steekt de ziekte eens de kop op. Zulk endemisch scenario ontstaat wanneer de meeste volwassenen beschermd zijn tegen ernstige infecties omdat ze in hun kindertijd verschillende malen zijn blootgesteld geweest aan het virus, zij het door infecties, zij het door vaccinaties (of een combinatie van beiden). Hoelang dat dit gaat duren is moeilijk te voorspellen, maar het zal naar alle waarschijnlijkheid nog niet voor de volgende jaren zijn. Veel hangt af van de hoogte en de duur van de immuniteit na vaccinatie of na ziekte, van de manier waarop we met mekaar omgaan (maskers, isolatie, quarantaine, …) en met de eigenschappen van de varianten van het virus die er ontegensprekelijk nog gaan komen. Misschien nog voor de volledigheid: men spreekt van een epidemie wanneer het aantal besmettingen exponentieel toeneemt om vervolgens ook weer snel af te nemen (door een gebrek aan mogelijks te besmette personen). De seizoensgriep is een voorbeeld van een jaarlijks terugkerende epidemie.
DE BOOSTERPRIK: NOODZAKELIJK, NUTTIG OF TOCH MAAR LIEVER NIET?
Om met de laatste vraag te beginnen, hier kunnen we klaar en duidelijk negatief op antwoorden. Wie een uitnodiging krijgt voor de boosterprik gaat hier best op in. We horen echter meer en meer mensen die twijfelen over deze vierde prik: het haalt toch niets uit; ik was gevaccineerd en had mijn booster gehad en heb toch Covid gekregen, … Redenen te over om dit najaar geen gevolg te geven aan de oproep van de overheid voor een volgende prik. Nochtans zijn er redenen te over om deze booster wel te nemen.
Door de ervaringen met de verschillende vaccins is duidelijk geworden dat ze misschien niet volledig beschermen tegen infectie, maar dat ze een duidelijk effect hebben op de ernst van de ziekte. M.a.w., wie gevaccineerd is, wordt dan misschien nog wel ziek, maar hij of zij heeft een veel kleinere kans om in het ziekenhuis terecht te komen dan wie niet gevaccineerd is. En diegenen die niet in het ziekenhuis belanden, kennen meestal ook een minder ernstig verloop van de ziekte dan niet-gevaccineerde patiënten. Gevaccineerden sterven uiterst zelden aan de gevolgen van een Covid-infectie. Meestal betreft het dan mensen met ernstige bijkomende ziektefactoren.
Mensen met immuunstoornissen, 65-plussers, personen met onderliggende aandoeningen (hart-vaatziekten, longaandoeningen, diabetes, …), kankerpatiënten, getransplanteerden, … voor al deze groepen is een 2de boosterinjectie ten zeerste aan te raden. Een aantal van hen zijn afgelopen zomer trouwens al uitgenodigd voor hun 4de prik. Omdat de bescherming van de vaccins afneemt in de tijd, heeft de IMC (Interministriele Conferentie) Volksgezondheid, op advies van de Hoge Gezondheidsraad en de Task Force vaccinatie, beslist dat vanaf september alle 18-plussers de kans zullen krijgen om hun immuniteit een boost te geven door een 4de injectie. Eerst zullen echter 65-plussers en zorgverleners aan de beurt komen. In een volgende fase zal de leeftijdsgroep van 50 tot 64 jaar actief uitgenodigd worden. Daarna kunnen de 18- tot 50-jarigen zich op vrijwillige basis aanbieden voor hun booster. De vaccins die gebruikt gaan worden zijn deze van Pfizer en Moderna, de mRNA-vaccins dus. Deze vaccins zijn intussen aangepast aan de Omikron-variant van het virus. Op de website laatjevaccineren.be vindt men een mooi overzicht van vragen en antwoorden m.b.t. de vaccinatie tegen Covid-19.
Als er zich nieuwe opflakkeringen van de pandemie voordoen, blijven de klassieke maatregelen natuurlijk belangrijk: maskers, social distancing, ventilatie, handen wassen, isolatie en quarantaine, testen, … De Generieke Gids wordt m.a.w. best nog niet met het oud papier meegegeven.
Besluit
Het apenpokkenvirus is het coronavirus niet (en omgekeerd natuurlijk). De coronapandemie was, door de ernst van de ziekte en door de besmettelijkheid van het virus, een pandemie zoals de wereld die reeds lang niet meer gekend had. De invloeden op ons dagelijks leven en op de wereldeconomie waren niet te verwaarlozen. Hoe het verder moet, weten we niet, maar naar alle waarschijnlijkheid zal het stilaan overgaan naar een endemie (met nog een aantal pieken of piekjes in de gekende curves). Het apenpokkenvirus is enerzijds veel minder gevaarlijk (dodelijk) en anderzijds veel minder besmettelijk. Algemene paniek en de ermee gepaarde gaande maatregelen zijn hier dan ook minder noodzakelijk. Voorzichtigheid blijft natuurlijk ten zeerste aan te raden.