24.03
2025

Een vernieuwd formulier voor gezondheidsbeoordeling (FGB)

Waarom zou het eenvoudig zijn als het moeilijk ook kan? Dit leek lang het motto van de overheidsadministratie. Waarom zouden we de zaken simpel maken als we het ook ingewikkeld kunnen doen. Vorig jaar (KB 12/05/2024 – BS 10/06/2024) verscheen er echter een stuk wetgeving dat hier enigszins verandering in zou moeten brengen. Het ‘KB tot administratieve vereenvoudiging en actualisering van diverse bepalingen van de codex over het welzijn op het werk’ - niet echt een eenvoudige titel - zag het levenslicht.

Op de website van de FOD WASO lezen we dat het de bedoeling was de codex over het welzijn op het werk in overeenstemming te brengen met het principe van de unieke gegevensinzameling door publieke instanties bij burgers en bedrijven. Dit ‘Only Once’-principe is vastgelegd door een wet van meer dan 10 jaar geleden. In de wet van 5 mei 2014 ‘houdende verankering van het principe van de unieke gegevensinzameling in de werking van de diensten en instanties die behoren tot of taken uitvoeren voor de overheid en tot vereenvoudiging en gelijkschakeling van elektronische en papieren formulieren’ (ook weer zo’n eenvoudige titel) werden de basisprincipes van ‘Only Once’ beschreven.
Men wil ten eerste vermijden dat gegevens die reeds beschikbaar zijn in een authentieke bron opnieuw aan de overheid moeten meegedeeld worden. Ook wil men vermijden om een model of formulier dat bij een procedure hoort in de bijlage van de regelgeving wordt opgenomen. Het wijzigen van het model of formulier wordt daardoor een stuk eenvoudiger. Men moet immers niet telkens de ganse wetgeving aanpassen. Tenslotte wilde men door dit principe in te voeren elektronische en papieren documenten gelijkschakelen. Om dezelfde redenen kan de arbeidsarts vanaf nu het FGB ook via E-id ondertekenen. Een afbeelding van een ingescande handtekening of een stempel van de handtekening volstaan dan weer niet niet als geldige handtekeningen.

WAT WIJZIGT ER DAN IN DE CODEX?
Onder het motto ‘Reculer pour mieux sauter’ of, in het mooi Vlaams, ‘Teruggaan om beter/verder te kunnen springen’ wordt eerst nog een nieuw hoofdstuk aan de Codex toegevoegd. Boek 1 van Titel I van de Codex wordt aangevuld met een hoofdstuk dat specifiek betrekking heeft op de modellen en formulieren die ter beschikking gesteld worden op de website van de FOD WASO. Correctie: in de Codex spreekt men voortaan niet meer over de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, maar simpelweg over de FOD Werkgelegenheid. Dit hoofdstuk vermeldt dat De FOD Werkgelegenheid de modellen en formulieren vermeld in de codex ter beschikking stelt op zijn website. Deze modellen en formulieren leggen de minimale inhoud en/ of de vereiste informatie vast en worden besproken in de schoot van de Hoge Raad. Door deze aanpassing in de wetgeving moet men in de toekomst niet telkens de Codex aanpassen met een nieuw KB wanneer men een formulier wil wijzigen. Door het formulier op de website aan te passen of te vervangen zal de klus in de toekomst geklaard zijn.

FORMULIEREN DIE GEWIJZIGD WORDEN
Naast het Formulier voor Gezondheidsbeoordeling werden door de wetswijziging nog enkele andere formulieren, alhoewel minder drastisch, aangepakt. Het FRB, formulier voor de re-integratiebeoordeling werd bijvoorbeeld ook op enkele punten aangepast. Ook het model van verslag van het onderzoek van een ernstig arbeidsongeval, het formulier voor het indienen van een aanvraag tot oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk en het model van inentings- of tuberculinetestkaart werden uit de bijlage bij de Codex gehaald en vervangen door al dan niet aangepaste versies op de website van de FOD WASO.
Door het KB heen vinden we ook een reeks opsmukoperaties. Men heeft geprobeerd waar de terminologie afweek van de gangbare deze op één lijn te brengen. Zo worden de woorden ‘veiligheid en gezondheid’ op een aantal plaatsen in de Codex vervangen door het begrip ‘welzijn’.
Om aansluiting te vinden bij de ontwikkelingen in de digitale wereld werden ook wijzigingen aangebracht in het domein van de postbezorging. De termen ‘per aangetekend schrijven’ of ‘een per post aangetekende brief’ worden vervangen en men spreekt voortaan van ‘bij aangetekende zending’. Op deze wijze wordt het mogelijk om ook gebruik te maken van een elektronisch aangetekende zending en niet enkel van per klassieke post verstuurde brieven. Daarenboven wordt de regel ingevoerd dat een ‘aangetekende zending’ geacht wordt aangekomen te zijn op de derde werkdag die volgt op die waarop de verzending werd verricht (tenzij de geadresseerde het tegendeel bewijst).

HET VERNIEUWDE FGB
Iedere dag van het jaar schrijven onze arbeidsartsen tientallen FGB’s of Formulieren voor Gezondheidsbeoordeling uit. Meestal is dat een routineklus die het onderzoek afsluit. De bedrijfsarts is trouwens wettelijk verplicht dit document in te vullen na een contact met de werknemer. Het is dus o.a. dit formulier dat door deze wetwijziging nogal wat veranderingen ondergaat. In de verklarende nota bij het nieuwe FGB wordt ook duidelijk vermeld dat enkel arbeidsartsen dit formulier kunnen invullen. Dit impliceert ook dat ter gelegenheid van de zogenoemde ‘(tussentijdse) aanvullende medische handelingen’ er geen FGB opgesteld mag worden (tenzij de werknemer in tweede instantie toch door de bedrijfsarts gezien zou zijn).
Op de website van de FOD WASO kan men de nieuwe versie van het Formulier voor Gezondheidsbeoordeling terugvinden onder het thema ‘Het gezondheidstoezicht op de werknemers’ bij ‘Procedures en formulieren’ onder de tab ‘Documentatie’, of gemakkelijker, via deze QR-code:

QR-code CLB magazine

Een van de nieuwigheden is dat de risico’s waaraan de werknemer tijdens zijn arbeid wordt blootgesteld op het FGB vermeld worden:

  • Veiligheidsfunctie
  • Functie met verhoogde waakzaamheid
  • Activiteit met een bepaald risico
    • Blootstelling aan chemische agentia 
      • Kankerverwekkende, mutagene of reprotoxische agentia of agentia met een hormoon ontregelende werking.
      • Andere chemische agentia
    • Blootstelling aan fysische agentia
      • Lawaai, trillingen, thermische omgevingsfactoren, kunstmatig optische straling, ioniserende straling, fysische agentia die huidproblemen kunnen veroorzaken, werkzaamheden in hyperbare omstandigheden, blootstelling aan elektromagnetische velden.
    • Musculoskeletale belasting
    • Verhoogde blootstelling aan psychosociale risico’s op het werk
    • Nachtarbeid of arbeid in wisselende posten
    • Blootstelling aan biologische agentia
    • Blootstelling aan agentia die een overgevoeligheid van de ademhalingswegen of een aandoening van de longen veroorzaken.
    • Andere risico’s

Niet alleen de werkgever, maar ook de attente werknemer zal dus kunnen lezen aan welke risico’s hij of zij wordt blootgesteld. De twee partijen kunnen ook opmerkingen maken als de vermelde risico’s niet overeenkomen met de realiteit (of er meer of minder risico’s zijn). Om het formulier niet uitgebreider dan nodig te maken, moeten enkel de van toepassing zijn de risico’s vermeld worden. De rest mag weggelaten worden. In geval het een onderzoek voorafgaand aan de werkhervatting of een spontane raadpleging van een werknemer die niet aan het gezondheidstoezicht onderworpen is, hoeven de risico’s niet ingevuld te worden. Ook in het geval van een onderzoek moederschapsbescherming hoeven de risico’s niet ingevuld te worden. De arbeidsarts zal in deze gevallen de risico’s in de daartoe voorziene ruimte in vak D (zie verder) invullen.

De structuur is ook aangepast zodat er een totaal nieuwe vorm ontstaat. Tot nu stonden op een FGB alle mogelijke onderzoeken waarop het formulier betrekking kon hebben: Voorafgaande gezondheidsbeoordeling, Periodieke gezondheidsbeoordeling, Onderzoek in het kader van moederschapsbescherming…

Op het nieuwe FGB zal enkel het onderzoek waarop het FGB betrekking heeft nog getoond worden. Alle overige onderzoeken worden niet meer getoond. Men krijgt nu een formulier te zien met één van de zes onderstaande vakken.

  1. Voorafgaande gezondheidsbeoordeling: de arbeidsarts beoordeelt of de werknemer geschikt is voor een nieuwe taak (bij aanwerving of bij wisseling van functie in het eigen bedrijf);
  2. Periodieke gezondheidsbeoordeling en werkhervattingsonderzoek;
    1. veiligheidsfuncties, functies met verhoogde waakzaamheid en blootstelling aan ioniserende straling
    2. alle andere gezondheidsrisico's 
  3. Elk ander onderzoek (m.i.v. spontane consultatie);
    1. veiligheidsfuncties, functies met verhoogde waakzaamheid en blootstelling aan ioniserende straling
    2. alle andere gezondheidsrisico's 
  4. Onderzoek in het kader van de moederschapsbescherming;
    1. tijdens de zwangerschap
    2. tijdens de borstvoeding
  5. Onderzoek van een jongere of een stagiair
  6. Bezoek voorafgaand aan de werkhervatting

Voor de rubrieken B, C en D kunnen telkens zowel de eerste als de tweede optie worden aangeduid (indien van toepassing natuurlijk).

(ON-)GESCHIKT ONDER VOORWAARDEN
Bij een voorafgaande gezondheidsbeoordeling (vak A) kan de werknemer voldoende geschikt, tijdelijk geschikt of definitief ongeschikt beoordeeld worden. Als de arbeidsarts de kandidaat geschikt verklaart kan hij of zij bij deze beslissing eventueel aanbevelingen doen voor aanpassing van de werkpost en/of voorwaarden en modaliteiten voor aangepast of ander werk. Ook bij de beoordeling van een veiligheidsfunctie (vak B1) kunnen dezelfde beslissingen genomen worden. Bij tijdelijke of definitieve ongeschiktheid is het hier evenwel verboden de werknemer alsnog tewerk te stellen. Bij blootstelling aan andere risico’s (vak B2) kunnen ook weer dezelfde beslissingen genomen worden met dien verstande dat bij tijdelijk of definitieve ongeschiktheid het ‘aangeraden’ is de om de werknemer een aangepaste of andere functie te laten uitvoeren. De arbeidsarts moet in deze gevallen dan ook altijd voorwaarden en modaliteiten voorstellen voor een aanpassing van de werkpost en/of voor aangepast of ander werk. Op die manier kan de werkgever zijn verdere verplichtingen in kader van de wetgeving m.b.t. re-integratie nakomen. De loutere vermelding dat de werknemer ongeschikt is voor het overeengekomen werk volstaat dan ook niet als aanbeveling voor ander of aangepast werk. Indien de werknemer geschikt bevonden wordt, kan de arbeidsarts toch nog aanbeveling doen om het werk aan te passen. Bij ongeschiktheid moet hij of zij dit dus doen, bij geschiktheid kan hij of zij het doen.
De arbeidsarts heeft in deze rubriek ook nog de mogelijkheid om de werknemer om medische redenen niet werkgeschikt te verklaren en hem of haar aan te raden zijn of haar behandelende arts te raadplegen. Dit zou men kunnen interpreteren als een ziekteattest, met dien verstande dat het enkel voor de dag van het onderzoek geldig is. Het is in principe immers niet de taak noch de bevoegdheid van de arbeidsarts om werknemers arbeidsongeschikt te verklaren.

TWEE FGB’S VOOR DE PRIJS VAN ÉÉN
Als een werknemer een periodieke gezondheidsbeoordeling of een onderzoek bij werkhervatting ondergaat en zowel een veiligheidsfunctie, een functie met verhoogde waakzaamheid, een activiteit met blootstelling aan ioniserende straling als een ander risico (bijvoorbeeld nachtarbeid of blootstelling aan biologische agentia) heeft, moet de arbeidsarts in principe zowel vak B1 als vak B2 invullen. De arbeidsarts kan in deze gevallen er echter ook voor opteren 2 FGB’s op te maken. Hij of zij kan bijvoorbeeld de werknemer ongeschikt verklaren voor het gedeelte veiligheidsfunctie maar geschikt voor de andere risico’s van de activiteit (of omgekeerd natuurlijk). De arbeidsarts brengt in dergelijk geval de werkgever op de hoogte dat er 2 FGB’s opgemaakt zijn voor 1 werknemer door dit te noteren op beide FGB’s.

BESLISSINGEN BIJ ANDERE ONDERZOEKEN: VAK C
Belangrijk in deze rubriek is dat in geval van een spontane raadpleging niet altijd een FGB zal of mag afgeleverd worden. Als de werknemer niet wil dat de werkgever op de hoogte wordt gebracht van het consult, kan er natuurlijk ook geen FGB opgesteld worden. De arbeidsarts zal dan enkel de nodige notities maken in zijn dossier. De vakken C1 of C2 moeten ook ingevuld worden als het onderzoek plaatsvindt op initiatief van de werkgever (als deze van oordeel is dat de werknemers klachten of aandoeningen heeft die te wijten zouden kunnen zijn aan zijn werk, of als hij vaststelt dat de lichamelijke of geestelijke toestand van de werknemers de risico’s verbonden aan de werkpost onmiskenbaar verhoogt). Ook bij een gezondheidsbeoordeling die wordt uitgevoerd n.a.v. een afwijkend resultaat bij een tussentijdse aanvullende handeling wordt de beslissing meegedeeld in vak C1 en/of C2.
Bij onderzoeken C1 en C2 zijn de mogelijke beslissingen vergelijkbaar met de onderzoeken B1 en B2. Ook hier moeten aanbevelingen gedaan worden in geval van ongeschiktheid en kunnen deze gedaan worden bij geschiktheid. Bij combinatie van risico’s kunnen ook in deze rubriek één of twee FGB’s worden afgeleverd.

WAT BIJ MOEDERSCHAPSBESCHERMING?
Bij onderzoek van de zwangere of borstvoeding gevende werkneemster zijn er ook weer drie mogelijkheden:

  • Voldoende geschikt om de activiteiten verder te zetten;
  • Ongeschikt om de activiteiten verder te zetten;
  • Om medische redenen niet werkgeschikt en advies de behandelende arts te raadplegen.

De arbeidsarts oordeelt bij deze onderzoeken of de werkneemster verwijderd moet worden uit de risico’s van haar functie omdat die haar gezondheid of die van haar (ongeboren) kind in gevaar kunnen brengen. Bij deze rubrieken kan de arbeidsarts ook voorstellen doen voor aangepast of ander werk. De tekst van het formulier zegt hier ‘Het is aangeraden de werkneemster gedurende deze periode een aangepaste of andere activiteit te laten uitvoeren overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten vermeld op dit formulier’. Strikt genomen betreft het hier dus een advies. De werkgever loopt in deze gevallen, gezien de aard van het onderzoek, een groot risico als hij of zij het niet opvolgt en het misgaat.

Als de werkneemster aangeeft dat ze van plan is borstvoeding te geven, mag de arbeidsarts ook de rubriek D2 al invullen ter gelegenheid van het onderzoek tijdens de zwangerschap. Dit kan na een gemeenschappelijk standpunt van de HUA en TWW. De laatste optie (kan om medische redenen niet werken) kan bv. aangevinkt worden bij zwangerschapsproblemen die niets met het werk te maken hebben. In dit geval is het noodzakelijk dat de behandelende arts een ziekteattest opmaakt aangezien het hier geen werkverwijdering betreft.

HET ONDERZOEK VAN EEN JONGERE OF EEN STAGIAIR (VAK E) EN BEZOEK VOORAFGAAND AAN DE WERKHERVATTING (VAK F)
Dit vak moet logischerwijze ingevuld worden bij een gezondheidsbeoordeling van een stagiair (art. X.4-2, 1° van de codex) of een jongere op het werk (art. X.3-2, 1° van de codex). De arbeidsarts kan jongeren of stagiairs enkel voldoende geschikt of geschikt onder bepaalde voorwaarden verklaren. De optie ‘ongeschikt’ is hier niet voorzien. Vak F wordt enkel ingevuld als de werknemer daar toestemming voor geeft.

In een notendop
Door deze aanpassing in de regelgeving zal het Formulier voor Gezondheidsbeoordeling (en ook enkele andere formulieren) en vanaf nu anders uitzien. Het formulier zou eenvoudiger en duidelijker moeten zijn, zowel voor de werkgever als voor de werknemer. In de praktijk zal het er op neer komen dat men gemakkelijk ziet waar het allemaal over gaat en wat de conclusies zijn. Verder heeft het noch voor de werkgever noch voor de werknemer veel implicaties. Maar wel voor de Interne en Externe diensten voor preventie en bescherming op het werk. 
CLB Externe Preventie werkt achter de schermen aan de ontwikkeling van het nieuw FGB. Dit zal in fases gaan: eerst zal de verandering in rubrieken aangepakt worden, in een latere fase volgen de elektronische handtekening en de toevoeging van risico’s op het formulier.

 

CLB Group
Industrieterrein Kolmen 1085
3570 Alken
GPS-adres: Stationsstraat 108
011 31 23 41
011 31 45 67
Volg ons op