Dit wordt vaak wel eens gezegd als niet alles loopt zoals men wil dat het zou lopen, als iemand zonder aanwijsbare redenen wat humeurig is of als er integendeel ‘Vlinders in de buik zitten’. En dikwijls is het ook zo; hormonen zijn in ons systeem heel belangrijk, maar ze kunnen ook gemakkelijk ontregeld worden. Daarom heeft de wetgever het nuttig en nodig geacht een stuk wetgeving te publiceren dat werknemers beter moet beschermen tegen stoffen die ons hormoonstelsel kunnen ontregelen.
Op 18 juli van dit jaar verscheen het ‘Koninklijk besluit tot vaststelling van maatregelen ter bescherming van werknemers tegen agentia met hormoonontregelende eigenschappen’ in het Belgisch Staatsblad. In dit artikel willen we wat dieper ingaan op dit KB: wat staat er in? Wat betekent dat in de praktijk? Wanneer is het van kracht?... Maar vooraleer we over hormoonontregeling of -verstoring spreken, moeten we misschien eerst uitleggen wat hormonen eigenlijk zijn: Waar worden ze geproduceerd? Wat doen ze? Wat gebeurt er als ze ‘ontregeld’ zijn...?
HORMONEN, WAT ZIJN DAT NU EIGENLIJK?
Ons lichaam kent twee grote systemen om signalen van één deel van het lichaam naar een ander deel over te brengen: het zenuwstelsel en het hormonaal stelsel. Het eerste werkt zeer snel en grotendeels elektrisch via de zenuwen. Het dient bijvoorbeeld om onze spieren aan te sturen, om pijn te voelen, om temperatuur waar te nemen, om te kunnen zien, horen, voelen… Het hormonaal stelsel werkt, zoals de naam het aangeeft, met hormonen die via de bloedbaan verstuurd worden. Het werkt derhalve ook trager dan het zenuwstelsel. De twee stelsels zijn onderling nauw verbonden, beïnvloeden elkaar; hoe dit gebeurt zou ons wat te ver leiden.
Hormonen zijn signaalstoffen die door het lichaam zelf worden aangemaakt en die via de bloedbaan organen en weefsels aansturen om bepaalde functies of processen uit te voeren. Ze spelen zowel op korte (bloeddruk, angst…) als op lange termijn (geslachtelijke ontwikkeling, puberteit..) een rol. Hormonen worden aangemaakt door specifieke hormoonklieren, ook wel endocriene klieren genoemd. Deze klieren vinden we op verschillende plaatsen in ons lichaam: in het hoofd (bv. de hypothalamus en de hypofyse), in de hals (de schildklier en de bijschildklieren), in de buik (de pancreas of alvleesklier en de bijnieren) en in de geslachtsorganen (teelballen en eierstokken). In ons lichaam circuleren enkele tientallen hormonen, teveel om op te noemen. Ze kunnen op hun doelwitorgaan (waar ze hun werking uitoefenen) zowel een activerende als een remmende werking hebben. Enkele bekende hormonen zijn insuline (suikerregeling), cortisol en adrenaline (stresshormonen), thyroxine (schildklierhormoon) en natuurlijk de geslachtshormonen testosteron, oestrogeen en progesteron. Een heel belangrijke functie in het hormonale stelsel is toe te schrijven aan de hypothalamus en de hypofyse. Deze twee structuren die zich in de schedelholte bevinden, besturen als het ware de andere endocriene klieren. Ze porren ze aan wanneer er zich een tekort van het betreffende hormoon voordoet, en ze remmen ze af als er een teveel aan
hormoon circuleert. Om deze wijze wordt de concentratie tussen heel nauwe grenzen constant gehouden.
Hormonen beïnvloeden een ganse reeks functies of processen in ons lichaam. Zo regelen de schildklierhormonen, insuline en glucagon onze stofwisseling. De geslachtshormonen regelen zowel de algemene groei als de seksuele ontwikkeling. Adrenaline, dat door de bijnieren wordt afgescheiden, bepaalt voor een deel hoe we ons voelen en gedragen. Samengevat kunnen we stellen dat ons hormonaal stelsel even belangrijk als ingewikkeld is. Verstoringen van het systeem kunnen zich op een zeer groot deel van ons functioneren uiten.
HORMOONVERSTORENDE STOFFEN
Volgens de definitie van de WHO (2002) is een hormoonontregelaar een stof of mengeling van buiten het lichaam (exogeen) die de werking van het endocriene systeem (de hormoonproductie) wijzigt en resulteert in negatieve effecten op de gezondheid bij een intact lichaam, het nageslacht of de (sub)populaties. Hormoonverstoorders (EDC’s of Endocrine Disrupting Chemicals) zijn m.a.w. chemische stoffen die onze natuurlijke hormonen nabootsen of hun werking beïnvloeden en zodoende de natuurlijke evenwichten uit balans brengen, met alle gevolgen van dien. Ze kunnen de aanmaak van hormonen verstoren, het
transport bemoeilijken, de afbraak vertragen of versnellen of rechtstreeks op de hormoonreceptoren inwerken (en op deze wijze de werking van het hormoon imiteren).
De gevolgen van deze stoffen kunnen zeer uitgebreid zijn:
- Vruchtbaarheidsproblemen bij de man door een slechte zaadkwaliteit;
- Vruchtbaarheidsproblemen bij de vrouw door verstoringen van het oestrogeen en progestagon;
- Ontwikkeling van hormoongevoelige kankers zoals teelbal-, prostaat-, borst- en eierstokkanker maar ook schildklierkanker;
- Aangeboren afwijkingen van de mannelijke geslachtsorganen;
- Vervroegde puberteit bij meisjes;
- Endometriose en PCOS (PolyCysteus Ovarieel Syndroom);
- Vroeggeboorte of laag geboortegewicht;
- Diabetes;
- Astma;
- Ziekte van Parkinson;
- Ziekte van Alzheimer;
- Obesitas
- ADHD
- …
Er zijn honderden hormoonverstoorders bekend. Het kan gaan om natuurlijke hormonen (afkomstig van mens of dier), stoffen afkomstig uit de natuur (mucotoxines, fytooestrogenen…), zware metalen, synthetische hormonen, farmaceutische producten en een ganse reeks chemische stoffen. Alle stoffen met hormoonverstorende eigenschappen overlopen zou ons wat ver leiden, maar we kunnen wel een aantal veel voorkomende stoffen bespreken.
Bisfenol A (BPA) kent talloze toepassingen, voornamelijk in de kunststofindustrie. Het wordt o.a. gebruikt om plastics hard te maken. In Europa is het momenteel verboden in cosmetica en in zuigflessen voor baby’s. Maar we vinden het nog wel terug in andere drinkflessen en in plastic borden en bestek, vershoudfolie, yoghurtpotjes e.d. Ook in de productie van bepaalde lijmen en verven gebruikt men BPA.
Een andere bekende groep is deze van de ftalaten. Sommige ftalaten worden gebruikt als weekmakers voor kunststoffen. In speelgoed zijn ze tegenwoordig grotendeels verboden, maar we vinden ze nog wel terug in schoenen, regenkledij, cosmetica, voedselverpakking…
Parabenen zijn conserveringsmiddelen die beschermen tegen schimmels en bacteriën. Men vindt ze terug in zepen, shampoos en cosmetica. Soms worden ze ook gebruikt in de voedingsindustrie.
Een heel bekende en heel actuele groep van stoffen zijn de perfluorverbindingen. Deze stoffen worden al decennia gebruikt in talloze industriële processen. De meest toegepaste en ook best gekende perfluorverbinding is PFOS. Deze stoffen worden gebruikt van oppervlaktebehandeling van tapijten tot de productie van anti-aanbakpannen. In de EU is PFOS intussen voor een groot aantal toepassingen verboden maar omdat de stoffen biologisch niet of nauwelijks afbreekbaar zijn, stapelen ze zich op in de voedselketen. De belangrijkste blootstellingsbron is dan ook de voeding.
Daarnaast bestaan er nog enorm veel stoffen en toepassingen waarin we hormoonverstoorders terugvinden: brandvertragers, conserveermiddelen, stabilisatoren, bestrijdingsmiddelen, coatings, schoonmaakmiddelen… kortom, ze zijn bijna alom tegenwoordig.
HORMOONVERSTOORDERS OP HET WERK
Zoals duidelijk moge zijn, komen hormoonverstoorders zowat overal voor. Niet te verwonderen dus dat werknemers ook vaak geconfronteerd worden met dit soort stoffen. Het is natuurlijk ook omwille van dit professioneel contact dat de wetgever dit stuk wetgeving heeft ingevoerd. Uit bovenstaande wordt al duidelijk dat deze stoffen in de chemische industrie, maar niet enkel daar, voorkomen.
- Logischerwijze kunnen werknemers bij de productie van stoffen die hormoonverstoorders bevatten zelf ook blootgesteld worden. Denken we aan de productie van bepaalde kunststoffen, verven en vernissen, biociden, cosmetica, epoxyharsen, coatings…
- In de land- en tuinbouw bevatten sommige gewasbeschermingsmiddelen, onkruidverdelgers en rattenbestrijdingsmiddelen hormoonontregelaars.
- Werknemers in de bouwsector worden blootgesteld aan hormoonverstoorders door sommige verven, solventen, vlamvertragers, lijmen, coatingproducten…
- In de schoonmaaksector bevatten bepaalde detergenten, was- en schoonmaakmiddelen en biociden dit soort stoffen.
- Brandweerlieden kunnen natuurlijk met alle mogelijke producten in contact komen, maar ook in blusschuim zitten soms hormoonontregelaars op basis van PFAS.
- Dat in de recyclagesector en de afvalverwerking blootstelling aan hormoonverstoorders kan voorkomen, is niet echt verwonderlijk te noemen.
DE (NIEUWE) WETGEVING
Het Koninklijk Besluit van 2 juli 2023, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 juli 2023, wijzigt het een en ander om werknemers te beschermen tegen agentia met hormoonontregelende stoffen. Het KB beschouwd stoffen als hormoonverstorend als ze in specifieke categorieën van de EG verordening 1272/2008 zijn opgenomen of als ze zijn opgenomen in de bijlage van het KB. In deze bijlage worden 68 hormoonontregelende stoffen en mengsels opgelijst.
Het KB brengt hormoonontregelaars onder in titel 2 van Boek VI van de Codex over het welzijn op het werk. De titel van dit Boek VI verandert dan ook in ‘Chemische, kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia en agentia met hormoonontregelende eigenschappen’ en die van titel 2 in ‘Kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia en agentia met hormoonontregelende eigenschappen’. Dit houdt met andere woorden in dat hormoonverstoorders onder dezelfde regelgeving vallen als de stoffen met kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische eigenschappen. Tot nu toe werden ze behandeld als de andere chemische agentia. Door de overdracht naar titel 2 zijn er veel strengere voorschriften van toepassing. Risicobeoordeling, opleiding en informatie aan de werknemers, preventiemaatregelen… Al deze zaken wijzigen fundamenteel. Deze preventiemaatregelen volgen een welbepaalde hiërarchie, weergegeven door het “STOP” principe:
- Substitutie, waarbij het gebruik van een gevaarlijk chemisch agens vermeden wordt door het te vervangen door een chemisch agens of een proces dat niet of minder gevaarlijk is voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers;
- Technische maatregelen, in te voeren om het vrijkomen van gevaarlijke stoffen die een risico kunnen opleveren voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op de arbeidsplaats, te voorkomen of te beperken. Voorbeelden zijn werken in gesloten systemen, het gebruik van passende afzuiging bij de bron van het risico, of ventilatie;
- Organisatorische maatregelen, zoals voorbehouden werkplekken voorzien voor het gebruik van gevaarlijke stoffen, beperken van het aantal werknemers of de arbeidstijd, waarin een werknemer blootgesteld kan worden, gepast en geregeld onderhoud van de werkplek, verschaffen van gepaste informatie;
- Persoonlijke bescherming, te gebruiken wanneer blootstelling niet met andere middelen kan worden vermeden, bijvoorbeeld ademhalingsbescherming, handschoenen, beschermingskledij…).
Deels ook omdat er voor verschillende van deze stoffen (nog) geen grenswaarden zijn…
Daarnaast worden deze stoffen ook expliciet opgenomen in de bepalingen inzake moederschapsbescherming (titel 5 van boek X van de Codex) en in de bescherming van jongeren op het werk (titel 3 van boek X). Deze opname is te verklaren door het feit dat zowel zwangere vrouwen (door het effect op de zwangerschap en op het ongeboren kind) als jongeren zeer gevoelig zijn voor hormoonverstoorders.
Tenslotte willen we nog vermelden dat het KB, zoals gebruikelijk, 10 dagen na publicatie in het Staatsblad inwerking trad. Dit was m.a.w. op 28 juli van dit jaar.
NATIONAAL ACTIEPLAN
Dit KB komt niet ‘zomaar’ uit de lucht gevallen. Het kadert in het ‘Nationaal Actieplan 2022-2026 voor hormoonontregelaars (NAPED)’. Op de site van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu lezen we dat de doelstellingen van dit plan zijn:
- Een globaal en coherent kader creëren voor de ontwikkeling van concrete en gecoördineerde acties om de blootstelling aan hormoonverstoorders en hun gevolgen van de gezondheid en het leefmilieu in België te verminderen
- De zichtbaarheid van de door de bevoegde autoriteiten ondernomen acties voor het publiek en de belanghebbende te vergroten, teneinde hun steun en vertrouwen te behouden.
Meer info? Lees de volledige tekst van dit Nationaal actieplan hier.
CLASSIFICATIE VAN HORMOONVERSTOORDERS
Naast het hoger besproken KB heeft ook de Europese Commissie een gedelegeerde verordening (2023/707) m.b.t. hormoonverstoorders gepubliceerd. Deze verordening wijzigt de CLP- verordening, waarin nieuwe gevarenklassen en criteria voor de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels worden vastgesteld. Deze EU-wetgeving is bindend voor fabrikanten, importeurs, downstreamgebruikers en distributeurs die stoffen op de markt van de Europese Unie brengen. De lidstaten zullen ook verwijzen naar de nieuwe gevarenklassen en criteria wanneer zij voorstellen doen voor geharmoniseerde indeling en etikettering.
De nieuwe gevarenklassen zijn:
- ED HH in categorie 1 en categorie 2 (hormoonontregeling voor de menselijke gezondheid
- ED ENV in categorie 1 en categorie 2 (hormoonontregeling voor het milieu)
- PBT (persistent, bioaccumulerend, toxisch), vPvB (zeer persistent, zeer bioaccumulerend)
- PMT (persistent, mobiel, toxisch), vPvM (zeer persistent, zeer mobiel)
Voor nieuwe stoffen op de markt moeten bedrijven vanaf 1 mei 2025 aan de nieuwe regels voldoen, terwijl voor stoffen die al op de EU-markt zijn, bedrijven tot 1 november 2026 de tijd hebben om eraan te voldoen.
Voor mengsels gelden aparte overgangstijden. Nieuwe gevarenklassen gelden vanaf 1 mei 2026 voor nieuwe mengsels, terwijl bedrijven tot 1 mei 2028 de tijd hebben om de indeling en etikettering voor bestaande mengsels bij te werken.
CLB EXTERNE PREVENTIE KAN JE HELPEN
Indien dit voor jou allemaal wat ingewikkeld is, indien je denkt dat je met dit soort stoffen werkt of indien je meer informatie wil, kan CLB Externe Preventie je te hulp schieten. Zowel de arbeidshygiënisten, de arbeidsartsen als de preventieadviseurs arbeidsveiligheid kunnen je, elk vanuit hun deskundigheid, assistentie verlenen.