Vanaf 24 augustus 2023 is iedere werknemer die met diisocyanaten werkt verplicht om een speciale opleiding te volgen. In dit artikel willen we duidelijk maken waar deze verplichting vandaan komt, waarom ze is ingevoerd, op wie ze van toepassing is, en hoe je eraan kan voldoen. Het is immers geen toevalligheid dat de (Europese) overheid tot het besluit is gekomen dat deze opleiding nuttig en nodig is. Daarom zullen we eerst een kleine herhaling geven van wat diisocyanaten zijn, waarvoor ze gebruikt worden en wat de grote gezondheidsgevaren zijn.
Wat zijn diisocyanaten en waarvoor worden ze gebruikt? Diisocyanaten behoren tot de familie van de isocyanaten. Dit zijn zeer reactieve chemische stoffen met een laag moleculair gewicht.
De meest gebruikte diisocyanaten zijn:
- MDI of methyleendifenylisocyanaat
- TDI of tolueendiisocyanaat
- HDI of hexamethyleendiisocyanaat Minder gebruikt, maar daarom niet minder belangrijk zijn o.a.:
- NDI of naftaleendiisocyanaat
- HMDI of methyleendicyclohexylisocyanaat of gehydrogeneerd MDI
- IPDI of isoforondiisocyanaat
- HDI-biureet
- HDI-isocyanuraat.
Ze worden veel gebruikt bij de fabricatie van allerlei polyurethaanproducten zoals starre en flexibele schuimen, maar ook in coatings zoals vernissen en verven,
lijmen, afdichtingsmiddelen en elastomeren. Spray-on polyurethaanproducten zijn ontwikkeld voor een uitgebreid toepassingsgebied, zowel in de doe-het-zelf als in de industriële wereld, voor de bescherming van cement, hout, glasvezel, staal en aluminium en als coating voor allerhande toepassingen.
Deze stoffen worden dan ook in zeer veel sectoren gebruikt: onder andere in de auto-industrie (zowel fabricage als herstelling), in de bouw (isolatiematerialen), in de elektronica-, de rubber-, de kunststof- en in de metaalindustrie. Er bestaan zelfs medische en tandheelkundige toepassingen waarin diisocyanaten verwerkt worden.
In het fabricatieproces van de afgewerkte producten reageren de isocyanaten met een polyol of een polyether tot een polyurethaan. Het afgewerkte product op zich is niet meer gevaarlijk, maar in vloeibare en halfvloeibare producten kunnen isocyanaten in wisselende mate aanwezig zijn en dus ook vrijkomen. Eens de producten uitgehard zijn zullen er dus geen diisocyanaten meer aanwezig zijn.
Wat zijn de gezondheidsrisico’s van diisocyanaten?
De gezondheidsrisico’s van diisocyanaten zijn al even divers als de toepassingen ervan. We kunnen de effecten grofweg in twee groepen indelen: deze te wijten aan de irriterende eigenschappen en deze te wijten aan de allergene eigenschappen.
De gezondheidseffecten zijn:
- Lokale acute irritatie van de luchtwegen (neus, keel en longen): dit kan klachten als hoesten, benauwdheid en een branderig gevoel geven. Dit soort effecten treedt op bij eenmalige blootstelling aan relatief hoge concentraties. Deze klachten zijn meestal voorbijgaand en van korte duur. Bij accidentele blootstelling aan zeer hoge concentraties kan eventueel onherstelbare schade aan de luchtwegen optreden.
- Irritatief eczeem: diisocyanaten kunnen aanleiding geven tot huidirritatie en klachten als roodheid en jeuk. Deze klachten zijn bijna altijd van voorbijgaande aard.
- Allergisch eczeem: naast huidirritatie kunnen diisocyanaten ook een allergisch contacteczeem veroorzaken. Bij dit soort huidaandoening is er geen sprake van een rechtstreekse irritatie, maar van een overgevoeligheidsreactie op de uitlokkende stof. De effecten treden meestal zo’n 48 uur na de blootstelling op en kunnen zich ook bij relatief lage concentraties voordoen.
- Irritatie van de ogen: direct contact van isocyanaten met de oogslijmvliezen kan aanleiding geven tot irritatie en corrosie (afhankelijk van de concentratie). Dit soort letsels komt in de praktijk alleen voor bij ongevallen.
- Carcinogene eigenschappen: TDI en MDI worden door het IARC (International Agency for Research on Cancer) geclassificeerd in de groep 2B: mogelijks kankerverwekkend voor de mens.
- Allergisch (beroeps)astma: dit is met voorsprong de meest voorkomende aandoening die veroorzaakt wordt door diisocyanaten. Deze vorm van astma kan zich zowel na eenmalige als na herhaalde blootstelling ontwikkelen. De tijd die verloopt tussen blootstelling en ziekte kan dan ook variëren van dagen tot jaren. Astma veroorzaakt door diisocyanaten komt zeer vaak voor (het jaarlijks aantal nieuwe beroepsastma’s veroorzaakt door diisocyanaten wordt voor de EU geschat op meer dan 5.000) en kan zeer ernstig zijn. Eens men voor de stof gesensibiliseerd is (overgevoelig is geworden), kan een zeer lage concentratie aanleiding geven tot een zeer hevige astma-aanval. Deze aandoening is dan ook de aanleiding van het nieuwe stuk wetgeving geweest. Men hoopt door het implementeren van deze richtlijn jaarlijks ongeveer 3.000 gevallen van beroepsastma te voorkomen in de Europese Unie.
Om de werknemers te beschermen zijn de grenswaardes dan ook zeer laag. Voor MDI bedraagt deze bijvoorbeeld ‘slechts’ 0,005 ppm (of 5 ppb: 5 deeltjes MDI op 1 miljard deeltjes lucht). In mg/m³ uitgedrukt geeft dit 0,052 (of 52 μg op 1000 liter lucht). Voor TDI liggen de grenzen op 0.005 ppm ( 5 ppb) en 0,037 mg/m³.
Alhoewel het niet over een diisocyanaat, maar over Methylisocyanaat ging, doet de ramp in de Union Carbide fabriek in Bhopal (India) misschien ook nog een belletje rinkelen. In de nacht van 2 op 3 december 1984 veroorzaakte een ontploffing in deze fabriek de waarschijnlijk grootste industriële ramp uit de geschiedenis. In de weken onmiddellijk na de ramp stierven waarschijnlijk meer dan 8000 omwonenden. Achteraf zouden nog eens evenveel mensen gestorven zijn van laattijdige effecten. Meer dan een half miljoen mensen liep gezondheidsschade op.
Waar komt deze verplichting vandaan en wat houdt de opleiding in?
Op 4 februari 2020 heeft het REACH-comité (opgericht onder REACH, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en de EU-Commissie) ingestemd met het voorstel van de Europese Commissie voor een REACH-beperking voor diisocyanaten. De beperking is gepubliceerd op 4 augustus 2020 en is na een overgangsperiode van 3 jaar van toepassing vanaf 24 augustus 2023 (Europese verordening 2020/1149/EU). Deze verordening stelt dus onder andere dat alle gebruikers vóór 24 augustus 2023 een opleiding over het veilig gebruik van diisocyanaten voltooid moeten hebben. Deze verplichting moet trouwens al van 24 februari 2022 op het etiket van de verpakking vermeld worden: “Per 24 augustus 2023 moet voor industrieel of beroepsmatig gebruik een passende opleiding zijn voltooid”, tenzij de concentratie aan diisocyanaten, afzonderlijk en in combinaties, lager is dan 0,1 gewichtsprocent. M.a.w. diisocyanaten mogen alleen in zeer lage concentraties gebruikt worden, tenzij de
gebruiker de vereiste opleiding gevolgd heeft.
Onder ‘industrieel en beroepsmatig gebruik’ verstaat men alle werknemers en zelfstandigen die met diisocyanaten als zodanig, als bestanddeel in andere stoffen of in mengsels voor industrieel of beroepsmatig gebruik werken, of toezicht houden op deze taken. De verplichting geldt dus duidelijk ook voor zelfstandigen en ook voor toezichthoudend personeel, ook al werken ze zelf niet rechtstreeks met de producten. De leveranciers van de producten moeten ervoor zorgen dat er opleidingsmateriaal beschikbaar is in de taal van de gebruiker. De opleiding zelf moet gegeven worden door een deskundige op het gebied van de veiligheid en gezondheid op het werk, die
de benodigde competenties via een relevante beroepsopleiding heeft opgedaan. De opleiding moet om de vijf jaar herhaald worden.
Het trainingsniveau varieert in functie van het blootstellingsniveau: basisniveau, middelhoog en hoog niveau.
De basisopleiding, met inbegrip van online-opleiding omvat:
- de chemische samenstelling van diisocyanaten;
- de toxicologische risico’s (waaronder acute toxiciteit);
- blootstelling aan diisocyanaten;
- grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling;
- hoe sensibilisatie zich kan ontwikkelen;
- geur als indicatie van gevaar;
- het verband tussen vluchtigheid en risico’s;
- de viscositeit, de temperatuur en het moleculair gewicht van diisocyanaten;
- persoonlijke hygiëne;
- de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen, met instructies over het correcte gebruik en de beperkingen daarvan
- de risico’s bij contact met de huid en blootstelling via inademing;
- het verband tussen de gekozen toepassing en de risico’s;
- huid- en ademhalingsbescherming;
- ventilatie;
- schoonmaken, lekkages, onderhoud;
- verwijdering van lege verpakkingen;
- bescherming van omstanders;
- het onderscheiden van de kritieke stadia in de omgang met het materiaal;
- specifieke nationale codesystemen (indien van toepassing);
- veiligheid door gedrag. De opleiding middelhoog niveau, met inbegrip van online-opleiding omvat daarenboven:
- aanvullende gedragsgerelateerde aspecten;
- onderhoud;
- veranderingsmanagement;
- evaluatie van bestaande veiligheidsvoorschriften;
- het verband tussen de gekozen toepassing en de risico’s.
De opleiding op een hoger niveau, met inbegrip van onlineopleiding omvat daarenboven:
- alle benodigde aanvullende certificering voor de behandelde specifieke toepassingen;
- spuiten buiten een spuitcabine;
- open hantering van hete of warme formuleringen (> 45 °C). De onder basisopleiding en opleiding op een middelhoog niveau genoemde opleidingsonderdelen betreffen de volgende vormen van gebruik:
- omgang met open mengsels bij omgevingstemperatuur (met inbegrip van schuimtunnels);
- spuiten in een geventileerde spuitcabine;
- aanbrengen met roller;
- aanbrengen met kwast;
- aanbrengen door onderdompeling en gieten;
- mechanische nabehandeling (bv. snijden) van niet volledig uitgeharde artikelen die niet meer warm zijn;
- schoonmaken en afval;
- alle andere toepassingen waarbij zich vergelijkbare blootstelling via de huid en/of door inademing kan voordoen. Volgende vormen van gebruik vereisen het volledige opleidingsprogramma (basis, middelhoog en hoog):
- werken met niet volledig uitgeharde artikelen (bv. pas uitgehard, nog warm);
- toepassingen in gieterijen;
- onderhoud en reparaties waarvoor toegang tot apparatuur nodig is;
- open hantering van warme of hete formuleringen (> 45 °C);
- spuiten in de open lucht, met beperkte of alleen natuurlijke ventilatie (hieronder vallen ook grote bedrijfshallen) en hoogenergetische spuitprocessen (bv. schuim, elastomeren);
- en alle andere toepassingen waarbij zich vergelijkbare blootstelling via de huid en/of door inademing kan voordoen.