In ons CLB Actueel van week 23 lieten wij u reeds weten dat de vereenvoudigde procedure voor tijdelijke werkloosheid wegens overmacht te wijten aan corona of aan de oorlog in Oekraïne waarschijnlijk niet meer verlengd zou worden na 30 juni 2022.
Intussen heeft de RVA in een nieuwsbericht bevestigd dat de vereenvoudigde procedure inzake tijdelijke werkloosheid overmacht effectief afloopt op 30 juni 2022. Hierdoor zullen vanaf 1 juli 2022 de klassieke procedures voor het invoeren van tijdelijke werkloosheid opnieuw van toepassing zijn.
Dat betekent onder meer dat vanaf 1 juli 2022 de normale formaliteiten voor het invoeren van tijdelijke werkloosheid door werkgebrek wegens economische oorzaken (mededeling van de tijdelijke werkloosheid aan de RVA, enz.) opnieuw moeten worden gerespecteerd en dat voor het invoeren van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht opnieuw voldaan moet zijn aan de strikte definitie van overmacht (dat betekent onder meer dat de uitvoering van de arbeidsovereenkomst volledig onmogelijk moet zijn).
Om de overgang naar de klassieke procedure vlotter te laten verlopen, kondigt de RVA wel enkele tijdelijke versoepelingen aan op de normale procedure voor economische werkloosheid.
Zo is de werknemer tot 31 december 2022 vrijgesteld van het gebruik van een controlekaart C3.2A en moet de werkgever deze controlekaarten dus niet overhandigen aan de werknemers die tijdelijk werkloos worden gesteld en dit ongeacht de reden van de tijdelijke werkloosheid.
1. Tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken voor arbeiders
De werkgever moet voorafgaandelijk een elektronische mededeling van de voorziene economische werkloosheid (volledige schorsing, grote schorsing of kleine schorsing) versturen naar de RVA. Die mededeling moet in principe 7 dagen op voorhand worden verstuurd. De wettelijke mededelingstermijn wordt tot 31 december 2022 ingekort van 7 naar 3 kalenderdagen. Sectoraal kan er wel een kortere mededelingstermijn voorzien zijn.
De werkgever moet, eveneens minstens drie dagen op voorhand, een kennisgeving van de voorziene economische werkloosheid doen aan de arbeiders en de economische redenen die de invoering van tijdelijke werkloosheid rechtvaardigen, meedelen aan de ondernemingsraad of aan de vakbondsafvaardiging.
De werkgever moet, voor elke werknemer die hij tijdelijk werkloos stelt wegens economische oorzaken, een elektronische mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag in de maand versturen naar de RVA.
De werkgever moet, bovenop de werkloosheidsuitkering (vanaf 1 juli 2022 opnieuw 65% van het gemiddelde loon), voor elke dag waarop de arbeider tijdelijk werkloos wordt gesteld wegens economische oorzaken, een supplement betalen. De betaling van dat supplement kan ook gebeuren door een Fonds voor Bestaanszekerheid.
2. Tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken voor bedienden
Het stelsel van economische werkloosheid voor bedienden blijft nog steeds voorbehouden voor zgn. ondernemingen in moeilijkheden.
Dit wordt meestal aangetoond door te bewijzen dat de onderneming een substantiële daling van de omzet kent met minstens 10% in één van de vier kwartalen die voorafgaan aan het eerste gebruik van de economische werkloosheid voor bedienden, vergeleken met de omzet in hetzelfde kwartaal in één van de twee kalenderjaren die de aanvraag voorafgaan.
De werkgever moet voorafgaandelijk een schriftelijke aanvraag indienen waarin hij aantoont dat hij aan de voorwaarden voldoet om een regeling van tijdelijke werkloosheid wegens werkgebrek voor bedienden in te voeren. Voor deze aanvraag kan tot 31 december 2022 het formulier C106A-overgangsregeling gebruikt worden, aangezien er voor het bewijs dat de werkgever in aanmerking komt als onderneming in moeilijkheden tijdelijk ook een aantal versoepelingen gelden. Zo mag de werkgever de omzet, de productie of de bestellingen tijdelijk ook vergelijken met het corresponderende kwartaal in 2019 om de vereiste daling van minstens 10% aan te tonen.
De werkgever moet voorafgaandelijk een elektronische mededeling van de voorziene schorsing bedienden wegens werkgebrek versturen naar de RVA. Die mededeling moet in principe 7 dagen op voorhand worden verstuurd. De wettelijke mededelingstermijn wordt tot 31 december 2022 ingekort van 7 naar 3 kalenderdagen. Sectoraal kan er wel een andere mededelingstermijn voorzien zijn.
De werkgever moet, eveneens minstens drie dagen op voorhand, een kennisgeving van de voorziene economische werkloosheid doen aan de bedienden en de economische redenen die de invoering van tijdelijke werkloosheid rechtvaardigen, meedelen aan de ondernemingsraad of aan de vakbondsafvaardiging.
De maximale schorsingsduur op jaarbasis bedraagt 16 weken volledige schorsing of 26 weken gedeeltelijke schorsing. Er wordt voor het uitputten van het krediet geen rekening gehouden met de dagen tijdelijke werkloosheid overmacht gelegen vóór 1 juli 2022.
De werkgever moet, voor elke bediende die hij tijdelijk werkloos stelt wegens economische oorzaken, een elektronische mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag in de maand versturen naar de RVA.
De werkgever moet, bovenop de werkloosheidsuitkering, voor elke dag waarop de bediende tijdelijk werkloos wordt gesteld wegens economische oorzaken, een supplement betalen, zoals bepaald in de cao of het ondernemingsplan. De betaling van dat supplement kan ook gebeuren door een Fonds voor Bestaanszekerheid.
3. Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht
De gewone procedure voor het invoeren van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht zal vanaf 1 juli 2022 ook opnieuw van toepassing zijn. Dat wil zeggen dat de werkgever een elektronische mededeling tijdelijke werkloosheid wegens overmacht moet versturen naar de RVA, samen met de nodige bewijsstukken waaruit de overmacht blijkt.
De definitie ‘overmacht’ wordt ook opnieuw strikt geïnterpreteerd.
Onder meer voor de volgende situaties kan nog tijdelijke werkloosheid wegens overmacht worden aangevraagd:
- De werknemer is niet arbeidsongeschikt, maar moet in quarantaine of in isolatie om de verspreiding van het coronavirus te beperken en hij kan niet telewerken;
- Tot 31 december 2022 heeft de werknemer het recht om afwezig te zijn op het werk wanneer hij moet instaan voor de opvang van een kind dat met hem samenwoont en dat niet naar het kinderdagverblijf, de school of een centrum voor opvang van personen met een handicap kan gaan omdat:
- het kinderdagverblijf, de school of het centrum voor opvang van personen met een handicap (gedeeltelijk of volledig) gesloten is door een maatregel om de verspreiding van het coronavirus te beperken;
- het kind zelf in quarantaine of in isolatie moet om de verspreiding van het coronavirus te beperken.
In die situaties kunnen er uitkeringen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht worden aangevraagd gedurende de periode van de sluiting of de opgelegde quarantaine of isolatie.
Er moet een mededeling tijdelijke werkloosheid wegens overmacht verstuurd worden naar de RVA, samen met de nodige bewijsstukken (quarantaineattest, attest opvang kind sluiting corona, attest opvang kind quarantaine corona, enz.).
Bron: nieuwsbericht RVA dd. 14 juni 2022: “Afloop van de vereenvoudigde procedure tijdelijke werkloosheid overmacht te wijten aan de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne”.