In het voorjaar werden reeds enkele maatregelen genomen om een negatieve impact op de pensioenen te vermijden ten gevolge van de coronacrisis.
Het is immers mogelijk dat bepaalde gepensioneerden het werk terug hervatten of uitgebreid hebben om mee te helpen in de strijd tegen het coronavirus.
Gepensioneerden mogen onbeperkt bijverdienen vanaf het jaar waarin zij de leeftijd van 65 jaar bereiken of als zij bij de ingang van hun rustpensioen een loopbaan van 45 jaar kunnen bewijzen. Voor andere gepensioneerden gelden er echter inkomensgrenzen. Bij een overschrijding van de grensbedragen, wordt het pensioenbedrag evenredig verminderd met het percentage van de overschrijding.
Om te vermijden dat de extra beroepsinkomsten een negatieve impact hebben op het pensioen omdat de inkomensgrenzen overschreden worden, werd besloten dat er geen rekening wordt gehouden met de inkomsten voortvloeiend uit een beroepsactiviteit voor zover:
- de inkomsten voortvloeien uit een beroepsactiviteit die aangevat of uitgebreid werd in het kader van de strijd tegen het coronavirus;
- en deze beroepsactiviteit wordt uitgeoefend in één van de bedrijven van de cruciale sectoren of in de essentiële diensten.
Verder is het ook mogelijk dat mensen die reeds een beroepsactiviteit combineerden met een pensioen, plots hun bijverdienste verliezen ten gevolge van tijdelijke werkloosheid of ziekte. Een vervangingsinkomen voor deze afwezigheidsdagen kan in principe niet gecombineerd worden met het pensioen, waardoor deze gepensioneerden hun inkomen zien dalen.
Om die reden werd het in het voorjaar al mogelijk gemaakt om een sociale uitkering te combineren met het pensioen. Het ging hierbij om een uitkering wegens tijdelijke werkloosheid overmacht of tijdelijke werkloosheid economische redenen, het overbruggingsrecht van zelfstandigen en de primaire ongeschiktheidsuitkering en de invaliditeitsuitkering voor zover deze te wijten zijn aan het coronavirus.
Bovenstaande maatregelen werden door middel van een koninklijk besluit van 17 november 2020 verlengd voor de periode van 1 september 2020 tot en met 31 maart 2021.
Bron: Koninklijk besluit van 17 november 2020 tot uitvoering van artikel 6, tweede lid, van de wet van 7 mei 2020 houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, B.S. 1 december 2020.