De beleggingen in pensioensparen via een verzekering betreffen vooral tak 21-verzekeringen, die 89% van de in 2021 gestorte premies vertegenwoordigen op een totaal van 1,1 miljard euro, tegenover 11% voor de tak 23-verzekeringen. Die laatste gaan er nochtans op vooruit: in 2019 was de verdeling tussen beide 94% tegenover 6% en in 2020 was dit 91% tegenover 9%.
Het naderende jaareinde betekent een laatste kans om het belastingvoordeel te genieten voor de twee, of zelfs drie formules die het mogelijk maken om een spaarpotje aan te leggen ter aanvulling van het wettelijk pensioen: het pensioensparen met gewaarborgd rendement of ‘tak 21’, het pensioensparen met een aan beleggingsfondsen gekoppeld rendement of ‘tak 23’, en de combinatie van beide: ‘tak 44’.
De grote meerderheid van de mensen die via verzekeringsformules voor hun pensioen sparen kiest voor tak 21-producten. Het pensioensparen in tak 23 won in 2021 weliswaar nog aan populariteit, maar het is lang niet zeker of die trend zich zal doorzetten dit jaar rekening houdend met de stijgende rente en de slechte beursprestaties.
Eind 2021 bedroegen de totale reserves in pensioenspaarverzekeringen 17,1 miljard euro, waarvan 93% in tak 21 en 7% in tak 23. Twee jaar eerder was dat respectievelijk 95% en 5%, een jaar eerder was dat 94% en 6%.
Tot 30% belastingvoordeel
Het belastingvoordeel kan bij de spaarverzekeringen oplopen tot 30%, naargelang van het gekozen stelsel. Met het ‘klassieke’ stelsel kan men tot 990 euro per jaar sparen en bedraagt de belastingvermindering 30%, wat een belastingvoordeel van maximaal 297 euro oplevert. Het tweede stelsel biedt de mogelijkheid om af te wijken van het ‘klassieke’ stelsel en een hoger bedrag te sparen, tot 1.270 euro per jaar. In dat geval blijft de belastingvermindering beperkt tot 25%. Het belastingvoordeel bedraagt dan maximaal 317,5 euro. Slechts 4% van de spaarders kiest voor dit ‘afwijkende’ stelsel.
Een overschrijding van de maximumdrempel van 990 euro aan gestorte premies per jaar maakt het mogelijk het belegde kapitaal te verhogen, maar betekent niet noodzakelijk een groter belastingvoordeel. Wie beslist om 1.000 euro per jaar te sparen, zal 250 euro terugwinnen via de belastingvermindering. Dat is een lager bedrag dan de 297 euro die het zou opleveren als men het plafond van 990 euro niet overschrijdt. Voor wie meer wil beleggen is de overschrijding slechts voordelig bij een storting van ten minste 1.188 euro.
Gemiddeld wordt 818 euro in een pensioenspaarverzekering gestort. Dat komt neer op 83% van het fiscale maximum. Pensioensparen via verzekeringsproducten leverde over de voorbije tien jaar een gemiddeld jaarlijks rendement van 3,1% op.
Een evenwichtige verdeling bij de spaarders
De meerderheid van de spaarders, namelijk drie op de vijf Belgen, is ouder dan 45. Ook op jongere leeftijd wordt al aan het pensioen gedacht, want bijna een op de vijf personen die een spaarverzekering sluit, is jonger dan 35. Een blik op het profiel van de spaarders leert dat het om evenveel mannen als vrouwen gaat.
Tenslotte is pensioensparen zeer toegankelijk en flexibel: elke belastingplichtige ouder dan 18 kan er mee starten en kan het maandelijkse of jaarlijkse bedrag naar eigen dunken aanpassen.
Heeft u vragen of wilt u graag aan de slag met pensioensparen? Contacteer ons vrijblijvend via verzekeringen@clbgroup.be of via het nummer 011 59 90 62.
Bron: Assuralia